1 januari


We hebben er genoeg van gezien gisteravond en vannacht. Mijn neefje van 12 liep de hele avond heen en weer, "is het al twaalf uur"?, vroeg hij steeds weer. Uiteindelijk mocht hij dan om half elf van zijn vader beginnen met het afsteken van het vuurwerk. Hij genoot, het was prachtig, maar voor twaalven was hij al door zijn vuurwerk heen. 


Toen het vuurwerk om 12 uur overal losbarstte, had hij niets meer, alleen nog wat knallertjes, hij kon niet écht aan het vuurwerkfeest meedoen. Hij kon alleen nog maar kijken hoe anderen hun prachtige vuurwerk in de lucht schoten en hij kreeg het ook nog koud van het niet meer in beweging zijn. "Papa, hebben we echt geen vuurwerk meer?" vroeg hij.


Zijn papa zei: "Je hebt al je kruid al verschoten, maar gelukkig ken ik je en wist dat je zo onverstandig zou zijn om alles af te schieten. Dus heb ik de mooiste vuurpijlen voor je achtergehouden". Zijn vader haalde het vuurwerk uit zijn tas en zei tegen zijn zoon: "Alsjeblieft, ik heb de mooiste vuurpijlen voor het laatst bewaard".


Mijn neefjes avond kon niet meer stuk. Ook niet omdat hij ook nu weer zeker wist dat zijn papa hem goed kent én van hem houdt. Maar volgend jaar zou hij écht zorgen dat hij om twaalf uur het mooiste vuurwerk tot 12 uur bewaart.
Dat zullen we dan volgend jaar nog wel eens zien!?

Bovenstaande doet mij denken aan het grote feest dat eens zal komen aan het eind van mijn leven.
Als dat feest aanbreekt, sta ik ook met lege handen tegenover onze Vader.
Maar mijn Vader kent mij, hij weet dat ik wel mijn best deed en steeds weer de kansen die Hij me gaf, probeerde te gebruiken, maar dat ik die kansen ook heel vaak weer verpestte.

Toch hoop ik en mag ik geloven dat hij mij aan het eind van mijn leven tóch binnen zal laten.
Hij houdt van mij en zijn Zoon is voor mij gestorven.
Het mooiste, zijn Genade, heeft God voor mij, voor het laatste bewaard.


Dán zal het feest zijn! voor altijd.


Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn