Waar gaat het ten diepste om in het Christendom, om de religie of om de relatie? Zijn wij gered door het navolgen van een kerk, een priester, dominee, voorganger, zijn wij gered omdat wij behoren tot een gebouw waarbinnen een specifieke weg wordt gepredikt? Zijn wij gered omdat wij de regeltjes netjes opvolgen, kunnen wij straks als wij voor onze Heer staan zeggen “Heer laat mij binnen want ik ging elke week naar de samenkomst, ik zong luidkeels mee, ik heb me zo goed mogelijk aan uw geboden gehouden, ik was nooit dronken, ik rookte niet, ik vloekte niet, ik roddelde niet, ik heb met mensen over U gesproken, kortom ik was goed en wil nu mijn beloning?

Dit doet mij denken aan Matteüs 7:21-23 “hebben wij niet in Uw naam ….”. deze mensen wilden ingaan in het Koninkrijk der Hemelen net als wij dat willen. Het antwoord van Jezus lijkt hard, Hij noemt hen “werkers der wetteloosheid” en zegt hen niet te kennen.
Betekent dat dat Hij niet weet wat hier gebeurt of dat het Hem niet boeit wat wij hier doen? Waarom deze afwijzing …? Is het niet veel meer te prijzen wat deze mensen hebben gedaan, zij hebben geprofeteerd en boze geesten uitgedreven in Zijn naam, wat is daar dan mis mee? Zou Hij niet eerder blij moeten zijn en hen hartelijk welkom moeten heten?

Een beetje grammatica is hier misschien op zijn plaats. Wat of wie is het onderwerp in de woorden die men Hem zegt? Het onderwerp is “wij”. Overal waar een mens zichzelf op de eerste plaats zet en dan verwacht dat God hem prijzend achterna holt om te zegenen waar die mens voor kiest, daar verliest een mens, daar verheft een mens zichzelf tot God en God tot een “wijwater kwast”. Hij moet zegenen wat wij doen en er blij mee zijn want kijk toch eens hoe goed wij zijn…, hebben WIJ niet …
Wij kunnen echter niets doen om in de hemel te komen (Efe 2:8-9) behalve geloven in Jezus de Christus en wat Hij voor ons deed, niemand kan tot de Vader komen dan door Jezus (Joh. 14:6). Als wij al dingen doen voor Hem dan doen wij dat uit liefde en omwille van Hem die voor ons stierf. De werken op zich geven geen toegang tot het eeuwig leven. Het gaat in het Evangelie niet op de eerste plaats over wat wij doen maar over wat HIJ deed.

Geloof in Jezus, dat is de relatie die God met ons wil, de religie kan de relatie ondersteunen maar zonder relationele geloofsband met de Zoon (Verlosser tot verloste) gaat de hemelpoort niet open (Joh. 3:18). Alleen in, met en door Hem hebben wij eeuwig leven gekregen (Joh. 3:16).
Niet de religie draagt ons maar de Zoon, Hij en Hij alleen is de weg, de waarheid en het leven.

Onze relatie met Jezus brengt ons tot de Vader en geeft ons Zijn heilige Geest. Zoals Handelingen 4:12 het zegt “de behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam aan de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden”.

Laat u behouden, neem Jezus aan als uw Heer en Verlosser en God is uw Vader nu en voor altijd (Joh. 1:12).





Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn