- Gegevens
- Geschreven door Walraven, Angela
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 420
Als een kind?
Wat is worden als een kind? Het is ronduit tenhemelschreiend wat je verneemt als deze woorden van Jezus geciteerd worden. Is het dan niet duidelijk dat in Góds ogen worden als een kind draait om vertrouwen? In de Bijbel staat vertrouwen op dezelfde voet als geloven. Dat blijkt uit wat Jezus zei toen Hij een kind bij zich riep en het midden in de groep zette: ‘Luister goed naar wat Ik jullie zeg: Jullie moeten veranderen en net zo vol vertrouwen worden als kinderen. … De mensen die in Mij geloven, zijn net zoals kinderen.’ Hieruit blijkt dat worden als een kind de verandering inhoudt waardoor je in God kan geloven en dáárdoor – zelfs blindelings – op Hem kan vertrouwen.
Jezus vertelde: ‘Stel dat iemand honderd schapen heeft, maar hij raakt er één kwijt. Wat zal hij dan doen? Hij laat de 99 andere schapen achter en gaat op zoek naar dat ene schaap dat hij kwijt is. Als hij het vindt, dan is hij blij. Dat ene schaap maakt hem gelukkiger dan alle andere schapen die hij niet kwijt was. Zo is het ook met jullie Vader in de hemel. Hij wil niet één gelovige kwijtraken.’ Hij vervolgde: ‘Luister ook goed naar déze woorden: Stel dat twee van jullie samen bidden om iets hier op aarde. Dan zal Mijn hemelse Vader ervoor zorgen dat het gebeurt, wat het ook is, want overal waar twee of meer gelovigen bij elkaar zijn, daar ben Ik ook.’
Paulus schreef aan de Romeinen: ‘Niemand is rechtvaardig, zelfs niet één.’ De apostel Jakobus schreef in zijn brief echter: ‘Het gebed van een rechtvaardige heeft veel kracht.’ Wie gelooft in Jezus’ verlossingswerk door Zijn offer aan het kruis is gerechtvaardigd door Zijn bloed dat Hij vergoten heeft ter vergeving van zonden. Dat zegt Jezus bij de laatste maaltijd die Hij op aarde nuttigde. Hij nam toen een beker wijn, dankte God, liet de beker rondgaan en zei: ‘Drink allemaal uit deze beker, want dit is Mijn bloed. Ik zal gedood worden en Mijn bloed zal vloeien, maar daardoor zullen veel mensen gered worden, want hun zonden worden vergeven. Dat heeft God beloofd.’ Gods beloftes maakt Hij wáár. Op Góds beloftes kan je vertrouwen.
Je kan al vertrouwen op een aardse vader die veel van zijn kinderen houdt. Hoeveel te meer op Jezus’ en ónze hemelse Vader. Dat maakt Jezus duidelijk met de woorden die in Mat. 7:9-11 opgetekend staan: ‘Niemand geeft zijn kind een steen als het om brood vraagt. Of een slang als het om een vis vraagt. Jullie zorgen goed voor je kinderen, ook al zijn jullie slechte mensen. Dan zal jullie hemelse Vader zeker goed voor jullie zorgen. Hij geeft goede dingen aan de mensen die dat aan Hem vragen.’
De hier genoemde teksten over geloven en vertrouwen maken wel duidelijk dat we in ons gebed als kinderen tot onze hemelse Vader kunnen gaan. Bewijs de Vader eerst eer, belijd vervolgens je tekortkomingen – die al vergeven zijn maar om bewustwording ervan vragen, want zonder zondebesef zal er niets aan je veranderen – dank Hem en leg Hem vervolgens uw smeekbede voor.
Citaten: Bijbel in Gewone Taal (BGT)
- Gegevens
- Geschreven door Heide, Ad
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 314
- Gegevens
- Geschreven door Walraven, Angela
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 597
In een overdenking met het thema naastenliefde noemde de predikant de zin: “Eerlijk zullen we alles delen.” Hij vertelde dat zijn ouders hun kinderen vanaf hun prilste jeugdjaren eerlijk delen leerden.
Naastenliefde, de kern van de Heilige Schrift. Vanuit Gods Woord als hulpvaardige, rechtvaardige rentmeesters leven, behoort eigenlijk vanzelfsprekend te zijn. Al het goede dat we ontvangen komt vanuit de Vader. Net zoals wijzelf behoort dat aan Hém toe. Dat houdt in dat we blijmoedig medemensen laten delen in de talenten die God ons in alle betekenissen van dat woord geeft, om deze in te zetten tot Zíjn eer.
Talenten ontvangt eeníeder, naar bekwáámheid. Jezus vertelt over een dienstknecht die één talent werd toevertrouwd. Kiezen voor wat hem een veilige weg leek was in Gods ogen niet wat Hij verlangde. Vooral niet dat hij dacht dat Jezus ten tijde van zijn terugkeer, waarbij Hij zou bezien wat we deden met onze talenten, in zijn ogen een strenge en genadeloze Meester zou zijn. De geschriften waarin over JHWH gesproken wordt, kende hij naar zijn idee goed. Dat God barmhartig en rechtvaardig is, genade en liefde betoont, had hij uit de Thora en de profeten echter niet opgemaakt. Kende hij niet de tekst “Barmhartigheid wil ik en geen offerande.”* Jezus haalt die twéémaal aan!*
Jezus’ wel bekendste uitspraak omvat: de Enige, Ware God en Vader beminnen met je hele hart, je hele ziel, al je verstandelijke vermogens en je medemensen zoals jezelf. Vanuit zowel Leviticus als Deuteronomium kon dit niet nieuw zijn voor joden die de Thora van haver tot gort kenden.
Doorheen de vier evangeliën lezen we dat Jezus in Zijn tijd op aarde, én sindsdien, mensen aan het verstand wil peuteren dat Hij goede slaven aan het wérk wil aantreffen bij Zijn wederkomst. Hij noemt ze Zijn vrienden. Hij zegt dat Zijn en ónze Vader ernaar verlangt dat we anderen behandelen zoals we dat graag zelf zouden ervaren: naar de Wet en naar hetgeen de profeten ons voorhouden.
Jezus wijst op rijke mensen, die hun goederen zowel trachten te vermeerderen als veilig stellen en de Mammon dienen met aardse geneugten die ze belangrijker vinden dan naar het Koninkrijk van de Vader en Zijn gerechtigheid zoeken. Wat we vanuit naastenliefde en mededogen verstrekken aan “de minsten der Zijnen” (aan mensen die we vaak als verschoppelingen bezien) geven we aan Jézus. Geloof en goede werken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Ananias en Sapphira waren níet eerlijk inzake alles delen, een van de kenmerken van de eerste christenen. Toch was er aanvankelijk geen oog voor de noden van de Griekssprekende “volgelingen van de weg”, totdat daar zeven mannen voor werden aangesteld. In zijn overdenking noemde de predikant het boek ‘Barmhartigheid en gerechtigheid’. Een van de 40 auteurs van dit handboek voor diaconiewetenschap schreef wat me voorkomt als een antwoord op de vraag waarmee ik opende: "Een kerk die niet dient, dient nergens voor."
* Hosea 6:6; Mat. 9:13, 12:7
- Gegevens
- Geschreven door Messie, Han
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 381
- Gegevens
- Geschreven door Heide, Ad
- Categorie: Overdenkingen
- Hits: 631
Geloofsbeleving Het delen van gedachten hoe je het geloof beleeft is best moeilijk. Als je naar de bijbel kijkt kun je natuurlijk teksten citeren, maar dat blijft aan de oppervlakte als het bij citeren blijft. Wat doen die woorden met je? Word je daardoor geraakt en zo ja waarom dan? Als er ruimte is, als er een veilige sfeer is dan is het gemakkelijker om iets van je diepere geloofsbeleving te uiten. Het gaat er niet zozeer om wat je gelooft maar hoe je je geloof beleeft. Jezus leert ons naar elkaar om te zien, aandacht te hebben voor elkaar en elkaar te steunen. Je bent altijd bijzonder voor elkaar, wanneer je jezelf durft te zijn. Leeftijd, achtergrond, cultuurverschillen of uiteenlopende levenservaringen zijn niet belangrijk wanneer je elkaar ontmoet in geloofsverbondenheid. De dimensie waarin we contact hebben met de ander kent geen tijd of leeftijd. Dat is de dimensie van ons geestelijke hart. Harten van mensen die aangestuurd worden door de eeuwige liefde uit de bron van ons bestaan. Toen Jezus nog op aarde was kon je direct aan Hem vragen stellen over wat Hij bedoelde met Zijn woorden en gelijkenissen. Met het op schrift stellen van Zijn woorden kwamen ongetwijfeld ook de persoonlijke interpretaties van de (mannelijke) tekstschrijvers. Zie de verschillen in de evangeliën. Daarna kwamen weer nieuwe Schriftgeleerden die uit gingen leggen wat de teksten inhielden. Wat Jezus al of niet bedoeld zou hebben? Hoe letterlijk moeten we elke zin in de bijbel lezen? Wordt de betekenis van de woorden minder als we er meer beeldspraak in zien dan puur letterlijke tekst? Misschien is het stellen van vragen nog belangrijker dan de antwoorden die vaak toch persoonlijk zijn. Wat dringt er dieper bij je door, woorden uit het hart van iemand over of het citeren van Bijbelteksten. Overigens de uitleg van Bijbelteksten verandert ook in de tijd en is mede afhankelijk van wie de teksten uitlegt. De geest van het Woord verandert echter nooit. Er rust een grote verantwoordelijkheid op allen die het geloof doorgeven. Aartsvaders, profeten, Schriftgeleerden, apostelen, kerken, geloofsdienaren, onze naasten en wijzelf. Laten we elkaar de ruimte geven om het geloof zelf te mogen beleven. Niet belerend, maar informerend hoe wij zelf het geloof beleven. Het diepe ervaren van ons geloof is persoonlijk, en staat boven ruimte en tijd. Steeds opnieuw moeten we ons realiseren dat de lessen van Jezus een Gods geschenk zijn waar we integer en zuiver mee moeten omgaan. Als het geloof je raakt komen vooral woorden als verwondering naar voren. Is geloofsbeleving niet vooral ook verwondering? Verwondering over de schepping. Verwondering over de Schepper als mysterie van ons bestaan. Verwondering over de poëzie van de bijbel. Verwondering over de samenhang der dingen. Verwondering over religieuze ervaringen. Verwondering over gevoelsbeleving. Verwondering over het besef er te mogen zijn. Verwondering om je een deel van Zijn schepping te mogen weten. Misschien gaat het in wezen over de Geest van God die samengebracht is in woorden (bijbel) en die zich voor ons uitvouwt als geloof, hoop en liefde in onze geest.