Onze zoon neemt een hap van zijn gehaktbal, kauwt en kijkt bedenkelijk.
"Deo; dat smaakt naar deo!"
"Dat kan niet, dat heb ik er niet ingedaan!"
Ik ruik eraan, slechts gebraden tartaar; neem een hap; hij heeft gelijk. Zelfs de mosterd neemt de bijsmaak niet weg.
In de keuken inspecteer ik de kom, waarin de tartaar is gemengd. Deze ruikt naar aftershave. Zijn aftershave. Terwijl ik de kom omspoelde, na het braden, rook ik het ook al, maar toen liep die kwajongen door de keuken.
Ik roep hem erbij en dan komt het bekende aapje om de hoek kijken. Hij heeft vorige week kaarsen gemaakt van restjes en om er een geurkaars van te maken, er wat aftershave bij gedaan. Daarvoor heeft hij mij glazen pannetje gebruikt en mijn plastic mengkom. En ja plastic houdt geuren vast en geeft ze alleen af als het nat wordt. Je kunt de kom afwassen, maar dat helpt niet. Ik zet de kom maar in warm water met bleekmiddel in de hoop dat het eruit gaat en de kom weer te gebruiken is.
Ondanks de kopjes thee en dropjes blijft de "deosmaak" nog lang in mijn gehemelte zitten.
Naar de geest kan dit ook gebeuren, als je met dingen in aanraking komt waar je absoluut niet blij van wordt. Wel opstandig of hatelijk. Na een poosje merk je het niet meer zo, maar het hangt ervan af uit welk materiaal je gemaakt bent. En waarmee en door wie je schoongemaakt wordt.
De kom is niet meer te gebruiken om er voedsel in te verwerken, dus hij kan weg.
Het maakt me echter wel bewust van het feit, dat ik moet oppassen met waar ik me mee bezig houd. En waar mijn geestelijk vat van gemaakt is. Kan het wel wat verdragen? En wie maakt het schoon?
Jezus stierf voor ons en gaf zo de mogelijkheid om helemaal schoon te worden. Maar waar je niet mee besmet wordt, dat hoeft ook niet verwijderd te worden en loop je ook niet het risico, dat er toch nog een vreemde geur overblijft, waar een ander een nare bijsmaak aan overhoudt.


Anneke. 12-10-2006
Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn