Jona 2: 1-11

Ja ik heb mijn lesje wel geleerd, en geloof me dat was ook wel nodig!
Ik was zo diep gezakt, zo met mezelf begaan dat ik kwaad werd op God omdat Hij goed was dat is toch wel diep genoeg vindt u ook niet?
Nu ik hier sta vraag ik me af hoe kwam ik zo?
Maar dan ben ik natuurlijk nog met mezelf bezig en dat is nou precies het lesje wat ik geleerd heb het gaat helemaal niet over mij! God had mij nodig dacht ik
Zijn Woord kwam tenslotte tot mij. Ja God: Je kan natuurlijk praten wat je wil !
Maar Ninevee, nee dat is onbegonnen werk , nooit van werkoverleg gehoord zeker ?
Trouwens U heeft toch maar een uitverkoren volk, dat geeft een goed gevoel God, want daar hoor ik ook bij.
Het zou toch niet zo zijn dat U iets met die heidenen wil? Wacht even daar doe ik niet aan mee !
Het idee Ninevee ! Nu ik er over nadenk, voel ik mezelf nog afdalen God wat een afgang.
Ik kon het licht van God niet meer verdragen, God had een reis geboekt voor me, waar het licht opkomt Wat doe ik, ik neem een last minute naar zonsondergang, als ik daar nog aan denk aan die reis
Wat kan een mens toch diep gaan !
Ik was dus met mijn eigenwijze kop op die boot gestapt, helemaal overtuigd van m'n eigen bestemming zo
Eenmaal op zee, was het zwaar weer geworden, ja de vis wordt duur betaald.
Maar ik lag in mijn kooi te slapen, geen centje last, aan dek zagen ze het niet meer zitten
Erger dan een oorkaan, dit moest natuurlijk wel een straf van de Goden zijn
Alle ballast moest overboord, tot het moment, dat het lot besliste, dat ik ook ballast was
Alsof ik nog niet ver genoeg was gezonken! opgeslokt door de onderwereld was ik hand in hand met de dood stond ik, God hoe zou dit aflopen ?
Dat zal ik je vertellen, maar je moet me een ding beloven ik schaam me zo diep, dat ik graag wil dat je het aan iedereen vertelt allerlei psalmen kwamen in me op, waarheen zou ik vlieden voor uw aangezicht ?
En ook uit de diepte van ellende roep ik U God ! En O God haast u om mij te redden !
Tja die psalmen, moeilijke momenten kunnen toch ook mooie momenten zijn.
Ik werd beroerd van mezelf, kotsmisselijk, en bij de vis draaide ook de maag om.
Op bevel van God spuugde hij me op het land, nu sta ik hier weer op het begin punt
Goed ik zal gaan God  Je krijgt je zin
Ik heb m'n lesje wel geleerd
Eh voorlopig.