Tijdens mijn wandelingen kom ik iedere keer langs een huis dat er vuil en rommelig uitziet. De tuin is één grote warboel van onkruid en weggeworpen vuil. De gordijnen zijn altijd dicht. Ze zijn vies, waarschijnlijk van de rook. Wie er woont weet ik niet, maar ze hebben het te druk of ze zijn doodongelukkig.
Na mijn vakantie kom ik er weer voorbij. Het huis is leeg, de tuin is kaal en alles lijkt uitgewoond.
Dan verandert er iedere dag iets. Ik zie schilders en timmerlieden.
Het huis verandert van een krot naar een thuis.
Dan komt de tuinman en binnen een week is het huis met de tuin een plaatje. Het heeft een vrolijke en vriendelijke uitstraling.
Eén keer ontmoet ik de nieuwe bewoners, een jong stel met een klein kindje. Ze lijken me heel gelukkig.
De verandering van het huis doet me denken aan een aantal mensen om me heen, die erg ongelukkig waren en toen ze Jezus in hun hart lieten wonen, veranderden ze van verpauperde mensen in gelukkige en stralende mannen en vrouwen.
Je kunt zien wie er in een huis woont en natuurlijk is het belangrijk dat je huis netjes is, maar hoe zit het met je eigen 'huis'?
Als je het lichaam dat je gekregen hebt goed verzorgd, kun je er je hele leven mee doen. Maar hoe zit het met je hart en je geest? Verzorg je dat ook goed?
Wie of wat laat je binnen in jou wonen? Kan een ander aan jou zien hoe mooi je 'huis' is? Straal jij de liefde uit van Hem die in jou woont!
Je hebt de tijd nog om eraan te werken, maar stel het niet te lang uit. Begin vandaag.


Anneke. 22-3-2007.

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn