Hoofdstuk 7  

Geloven in God is weten dat ik deel uitmaak van de eeuwige God en dat ik ook eeuwig besta. Dit is misschien een beetje een nieuwe gedachte, maar mijns inziens kan dat niet anders .God is altijd in harmonie met mijn ziel. Wij zijn creatie’s van God de eeuwige Moeder die alle dingen baarde. God is De echte vader en moeder tegelijk. Langzaam komt de circel rond en bereiken wij het fundament van ons bestaan. Daarom leven wij met respect en liefde met al onze naasten omdat alles wat uit God voortkomt, onze gelijken zijn en het spiegelbeeld zijn van onszelf. Daarbij komt dat in God geloven absoluut geen ongenoegen schept, je krijgt er meestal een goed gevoel bij, het bestaat ook alleen maar uit goede dingen, je weet wie je bent en weet wat je doet, je doet wat je wilt en er zijn geen belemmeringen. Het is iets extra’s wat je krijgt toebedeeld en je hebt het zelf aanvaard. Carpe Diem! Leef zolang het kan en ga met God! Maar laat je niet verleiden. 

Een Gedicht:                           

De verleiding 

Vanuit de verte klonk een stem                                                                             
die lokte mij naar andere oorden.
De stem die zei ga weg van Hem,
wat heb je aan slechts mooie lwoorden.

Kijk om je heen het circus draait,
denk aan jezelf,doe wat ik zeg.
Pak wat je kunt want anders maait,
een ander alles voor je weg.

Richt naar jouw doel de wereld in,
haal je carriere uit het slop.
Geld ligt op straat, ga voor 't gewin,
als je niet meedoet.., op is op!

De stem verdween, de inkeer kwam,
de vaste rots van mijn behoud.
Die mij weer in bescherming nam,
en sprak dit is slechts klatergoud.
 

Submit to FacebookSubmit to Google PlusSubmit to TwitterSubmit to LinkedIn